‘Als kinderen weten wat er van ze wordt verwacht, gaan we vervolgens het goede gedrag belonen. Dat doen we met bandjes. Zit een kind, dat moeite heeft met stilzitten, ineens rustig tijdens het kringgesprek? Hop, dan krijgt die een bandje. Bij vijf bandjes volgt de beloning. Voorlezen op de stoel van juf, bijvoorbeeld. Maar voor elk kind geldt.. je weet nooit wanneer je er één krijgt. De meester of juf probeert het zo evenredig mogelijk te verdelen. Want ook de kinderen die goed gedrag laten zien mogen we niet over het hoofd zien.’